Wanneer een plant te weinig stikstof kan opnemen, word de groei beperkt. Wanneer de plant teveel stikstof kan opnemen, wordt het gewas gejaagd en dus zwakker.

Door SaveN door de mest te mengen , verhoog je de efficiëntie van mest op de volgende punten:

  • Laat de stikstof in mest net zo werken als in NTS 27+3.
  • Stikstof vervluchtiging en uitspoeling voorkomen.
  • Om de werking van stikstof in mest met 30 % te verhogen.
  • Om de geur van mest bij uitrijden te reduceren.
  • Om waardevolle voedingsstoffen in de bodem te behouden.

De dosering is afhankelijk van het stikstofgehalte in de mest en het aantal kuub wat wordt uitgegeven per hectare.

SaveN  werkt in de bodem als nitrificatieremmer en valt niet onder de mestwet.

Stikstof werking

Planten kunnen nitraat direct opnemen terwijl ureum en ammonium eerst moeten worden omgezet in nitraat via bodem-reacties. De snelheid van dit proces hangt o.a. af van bodemvocht en bodem-temperatuur. Hoe beter de groeiomstandigheden (temperatuur en bodemvocht) hoe sneller de omzetting naar nitraat verloopt. Het grote voordeel hiervan is dat direct opneembare nitraat vrijkomt als de plant in staat is het meteen op te nemen en om te zetten in eiwit.

Ammonium stikstof wordt in de wortel omgezet naar aminozuren die de bouwstenen van eiwitten zijn en daarmee voor celdeling beschikbaar zijn in de gehele plant. Omdat eiwitten al in de wortel worden aangemaakt, kunnen deze ook ingezet worden voor bladontwikkeling aan de groeipunten, waardoor er meer bladvorming plaatsvindt. Terwijl ammonium opgenomen wordt door de plantenwortel worden zuren uitgescheiden door de plant.

Deze zuren zorgen er voor dat andere nutriënten zoals fosfaat of ijzer beter beschikbaar komen voor opname. Dit is ook één van de effecten bij gebruik van SaveN.

De ammonium stikstof heeft de voorkeur want:

  • Het spoelt minder uit.
  • Wordt in de wortel al omgezet in bouwstoffen voor celdeling.
  • Versterkt wortelgroei.
  • Bevordert betere uitstoeling en groei in de breedte.
  • Versterkt de opname van andere veelal vastgelegde (micro-)- nutriënten.

Is stikstof in de vorm van ammonium en ureum in de bodem aanwezig, dan zal deze niet uitspoelen

Ammonium en Ureum

Om direct aan de start voldoende mineralen beschikbaar te hebben is er in de meeste gevallen een beperkte hoeveelheid nitraat-stikstof aanwezig. Ammonium en ureum zijn stikstofvormen die niet gevoelig zijn voor uitspoeling en blijven daardoor beter beschikbaar voor het gewas.

9 N + 1 S   is de natuurlijke verhouding in de plant. Bij 1 Kg N  is  0,11 Kg S nodig om de  verhouding 9 N + 1 S te krijgen.  

  • Dit is de verhouding om: vervluchtiging van ammonium stikstof (N) te reduceren.
  • De verhouding om uitspoeling van nitraat stikstof (N) te voorkomen

Ammonium en ureum geven een stabiele, geleidelijke groei en ontwikkeling van het gewas.

Tijd om 50 %
ammonium om te zetten in nitraat
Bodem - temperatuur
6 weken5 graden
6 weken8 graden
6 weken10 graden

Nitrificatieremmers onder de loep

(In) de meeste nitrificatieremmers die momenteel op de markt zijn, zitten één van de volgende bestanddelen:

  • DMPP (3,4-dimethylpyrazolfosfaat)
  • NBPT (N-(n-Butyl)thiofosforzuur triamide)
  • NPPT (N-(n-Propyl)thiofosforzuur triamide).
  • Piadin (1H-1,2,4 triazool, 3-methylpyrazool, Ammoniumnitraat)

Een groot nadeel van bovenstaande nitrificatieremmers is dat ze (voor een gedeelte) bestaan uit bestanddelen uit de chemische wereld van de gewasbeschermingsmiddelen. Dit zijn in bepaalde gevallen ook nog eens bestanddelen die bekend staan om hun gevoeligheid voor resistentie. Om deze bestanddelen in redelijk kleine hoeveelheden op het gewas uit te brengen tijdens het bemesten, kan een risico zijn.

Bestanddelen nitrificatieremmers

  • Pyrazoolderivaten worden zowel als herbicide (azimsulfuron, halosulfuron) , acaricide (fenpyroximat, tebufenpyrad) en insecticide (fipronil) gebruikt.
  • Van deze thiofosforzuur zijn talrijke esters bekend die ingezet worden als chemisch bestrijdingsmiddel, zoals diazinon, fenthion, malathion en parathion.
  • Thiol- en thionzuren kunnen beschouwd worden alstautomeren*van elkaar. De organische thiozuren zijn echter niet stabiel op zich, maar komen voor onder de vorm van zouten. Dit is voor een deel te wijten aan het feit dat de binding tussen koolstof en zwavel niet optimaal is.
  • Triazolen zijn ondere de werkzame stof in schimmelbestrijdingsmiddelen.

*Tautomeren zijn in de scheikunde stoffen die isomeer met elkaar zijn, en bovendien, via verschuiving van een waterstofatoom en een pi-binding, snel in elkaar kunnen overgaan. Bij tautomeren is het onmogelijk om één van de twee isomeren zuiver in handen te krijgen.

SaveN is een nitrificatieremmer die geen bestanddelen van gewasbeschermingsmiddelen bevat. Het is een product die de micro bacteriën in de bodem niet stil legt, maar een taak geeft om andere nutriënten beschikbaar te maken in de bodem, voor opname door de plant. Door deze “taak”, is er geen ruimte voor de ammonium stikstof om zich om te zetten in nitraat stikstof, waardoor er dus ook geen nitraat kan uitspoelen.